Je loopt jezelf vaak voorbij
Je staat altijd “aan” en merkt pas te laat dat je over je grens bent gegaan.
Je voelt nauwelijks nog wat jij nodig hebt; het “moeten” overheerst.
Je lichaam stuurt signalen uit — moeheid, spanning, hoofdpijn — maar je negeert ze vaak.
Je verliest jezelf in patronen die je niet meer dienen
Je zegt snel ja, neemt veel over of zorgt vooral voor anderen.
Je doet het al jaren zo, maar het kost steeds meer energie.
Je weet rationeel wat anders zou kunnen, maar het lukt je niet in de praktijk.
Je hebt te weinig ruimte — in je hoofd, je dag en je leven
Je dagen zijn vol, je agenda nog voller, en jij komt altijd als laatste.
Je hoofd voelt druk, chaotisch of constant “aan het denken”.
Tijd voor jezelf nemen voelt egoïstisch of onmogelijk.
Je vindt mild zijn voor jezelf moeilijk
Je innerlijke criticus is altijd aanwezig.
Je gunt anderen veel zachtheid, maar voor jezelf is dat lastiger.
Als je wél voor jezelf kiest, volgt vaak schuldgevoel.
Je worstelt met grenzen stellen
Je wilt niemand teleurstellen, dus je gaat vaak over je eigen grens.
Conflict vermijden voelt veiliger dan jezelf uitspreken.
Als je een grens aangeeft, twijfel je of het “niet te veel gevraagd” is.
Je voelt je soms kwijt als vrouw of als moeder
Je rollen nemen het over, terwijl jij onderweg wat bent kwijtgeraakt.
Je verlangt naar meer eigenheid, energie en verbinding met jezelf.
Je wilt jezelf weer graag zien — als vrouw, als moeder, als geheel.